vangen van den Minister van Oorlog, die het bootenhuis heeft bezichtigd en, staande op het vlot, de bewegingen van alle booten heeft gadegeslagen, welke achter elkaar hem voorbij geroeid werden. Zijne Excellentie toonde zijne groote tevreden heid over den toestand van het materieel en over de verrich tingen der roeiers. Toen op .30 April de nationale feesten gehouden werden, heeft ook de Cadetten-Roeivereeniging zich krachtig geweerd, 's Middags had een kanowedstrijd met hindernissen plaats, welke zoowel op den Academiewal, als aan de overzijde, zeer veel belangstelling trok. Niettegenstaande het koude weer werd met veel animo aan den wedstrijd deelgenomen en tot groot vermaak van het publiek gingen verschillende cadetten kopje onder, hetgeen hun gelukkig niet verhinderde 's avonds lustig mee te dansen. Ook de revue van alle booten, waarvan de meeste door dames bestuurd, trok aller aandacht. Op 18 Mei 1919 hadden in het kanaal naar Oosterhout onderlinge wedstrijden plaats in wherryroeien, giekroeien en kanoën. Reeds vroeg waren dien dag alle booten bemand vertrokken. Vele jonge dames waren aanwezig en ook de muziek ontbrak niet, hetgeen de stemming zeer verhoogde. Goed geregeld, hadden de wedstrijden een vlot verloop. Vooral het nummer „Maasvier" werd keurig geroeid. Na afloop reikte de beschermheer, de Lnt Warnier, de prijzen met een toepasselijk woord uit. Waar deze eerste poging om onderlinge wedstrijden te houden, zoo schitterend geslaagd is, hopen wij een volgend jaar een waren feestdag te makendaarvoor is noodig dat zeer ernstig getraind wordt, zoodat een kamp tusschen gladde vieren mogelijk is. Ook hadden dit jaar weer eenige clubtochten plaats, o.a. één naar Oosterhout met Kapt. Dudok van Heel. Met groot genoegen constateeren wij dat alle tochten zeer 110

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1920 | | pagina 134