gezellig verliepen en dat er in het algeloopen jaar zeer vele
introducée's geweest zijn, waaruit blijkt, dat ook buiten het
cadettenkorps onze vereeniging zeer gezien is.
Vermeld dient nog te worden een schuchtere poging tot
training van eenige dames, hetwelk luide toegejuicht dient te
worden en welke poging krachtig moet worden voortgezet.
Op de vergadering van den Nederlandschen Roeibond, in
December 1918, is speciale lof toegezwaaid aan onze vertegen-
woordigingjals zijnde de eerste van eene militaire roeivereeniging.
Er waren dezen zomer verschillende liefhebbers voor de
rondvaart door Nederland, doch slechts één ploeg, waarvan
Boers vertegenwoordiger was, heeft deze volbracht. De ploegen
die niet gegaan zijn (een enkele slechts was werkelijk verhinderd),
kunnen daar alleen maar spijt van hebben.
Door geheel Noord- en Zuid-Holland, door Utrecht en door
Brabant heeft Boers de vlag onzer vereeniging geroeidook
door zulke daden houdt men onzen naam hoog.
De in het vooruitzicht gestelde roeidag te Breda ging niet
door wegens transportmoeilijkheden.
In den nazomer van 1919 heeft onze beschermheer, Lnt
Warnier, bedankt, omdat hij door zijn vertrek naar Haarlem,
deze functie niet langer kon vervullen. Hier danken wij hem
nogmaals voor het vele goede, door hem tot stand gebracht
en voor den on vermoeiden ijver, waarmee hij steeds onze ver
eeniging steunde.
Als onze nieuwe beschermheer trad op Lllfc Roest van Lim
burg, die reeds krachtig meehelpt den naam onzer vereeniging
hoog te houden.
De voornaamste gebeurtenis van dit jaar is ongetwijfeld
geweest, zooals reeds bij den aanvang is gezegd, het uitkomen op
de groote jaarlijksche roeiwedstrijden. Dat dit zoo'n succes is
geworden, danken wij voor het overgroote deel aan ons eerelid,
den Kapitein Dudok van Heel, die ons wederom zoo kracht
dadig heeft gesteund.
111