bevorderen. Het nieuwe vertrek werd versierd met wat planten
en aardige teekeningen en er werd gezorgd dat lectuur en de
boeken uit de Cadettenbibliotheek op gemakkelijker wijze den
cadetten in handen konden komen, dan tot nu toe het geval
was. De groote stoot tot dit alles werd gegeven door den
toenmaals als leeraar aan de K. M. A. werkzamen Eerste-Luitenant
der Artillerie N. I. L. Jhr. van Suchtelen, die zich buitengewoon
veel moeite geeft gegeven, om er toe mede te werken, dat de
Cadetten, in het belang hunner algemeene ontwikkeling, wat
meer lectuur en vooral wat meer gelegenheid tot lezen kregen.
Namens het Cadettenkorps breng ik hierbij nogmaals onzen
welgemeenden dank aan den heer van Suchtelen voor al hetgeen
hij voor ons allen in het algemeen, en de leeszaal in het
bijzonder, heeft gedaan.
De eerste bescheiden stap is nu gevolgd door een veel
grooteren. Tegen het einde van den cursus was reeds sprake,
de leeszaal, welke te klein bleek voor de betoonde belangstel
ling een bewijs, dat ze levensvatbaarheid had, uit te
breiden. En zie, bij onze terugkomst op de Academie, in
October 1919, vertoonde aan onze verraste oogen, het oude
vertrek zich in een gansch ander gewaad. De nieuwe leeszaal,
keurig ingericht, voldeed aan meer dan bescheiden eischen van
het stemmige en tevens gezellige karakter, alsmede van de
groote intimiteit, welke er uit sprak, ging een groote beko
ring uit.
Die uitbreiding was nog meer op den voorgrond getreden,
toen bij de meerdere mate van bewegingsvrijheid mede als
gevolg van het afschaffen der eigenoefening, die de
Cadetten verkregen, eenige gezelllige localiteiten, hetzij in, hetzij
buiten de Academie, waarin de Cadetten hun vrijen tijd konden
doorbrengen in een rustig hoekje, urgent waren. De doorslag
echter tot het verbouwen der oude teekenzaal, gaf de opheffing
der Cadettensocieteit. En zoo kwam, met medewerking van
de „Cadettensocieteit" en „Cadetten leeszaal", een afzonderlijke
126