localiteit tot stand, waar de cadetten zooveel mogelijk eigen baas zullen zijn en waar zij, onder eigen controle, ontspanning, rust en gezelligheid kunnen vinden aldus dan is, in 't kort, de ontwikkelingsgeschiedenis der C L. Z. Alvorens te eindigen echter, zou ik nog graag onzen hartelijken dank willen zeggen, in de eerste plaats aan het Academie- Bestuur, dat ons, Cadetten, deze Leeszaal heeft geschonken. Verder nog aan de heeren Venker, leeraar aan de K. M. A., enHalberstadt, Kapitein van den Algemeenen Dienst, voor de opge wekte en krachtige medewerking bij den verrichten arbeid. Als beschermheer heeft de C. L. Z. den heer Fabius, Eerste Luitenant der Artillerie en leeraar aan de K. M. A., gekozen, welke ons, daar zijn we zeker van, met evenveel liefde en toewijding zal voorlichten als zijn voorganger. Moge de leeszaal bijdragen tot het leggen en vaster maken van de banden van kameraadschap in het Cadettenkorps, voor nu en voor later. Cadetten, houdt uwe mooie leeszaal in eere Th. C. V. 127

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1920 | | pagina 151