De Orde van Oranje-Nassau. Ingesteld bij de wet van 4 April 1893. Zij strekt tot ver- eerende onderscheiding van Nederlanders of vreemdelingen, die zich jegens de Kroon, den Staat of de maatschappij op eene bijzondere wijze hebben verdienstelijk gemaakt. Men onderscheidt 5 klassen, benevens eene aan de orde verbonden eere-medaille. De 5 klassen zijn Ridders der 1ste klasse of Grootkruizen. 2de Groot-Officieren. 3de Commandeurs. 4de Officieren. Het versiersel der orde bestaat uit een kruis met acht geparelde punten en een doorloopende lauwerkrans tusschen de armen, gedekt met de koninklijke kroonde eerste 4 klassen alles van goud, de 5de van zilver. De armen van het kruis zijn wit geëmailleerd met blauw geëmailleerd hart. In het midden van het hart bevindt zich een blauw geëmailleerd rond schild, omgeven door een wit geëmailleerden rand, beide met goud omlijst; aan de zijde op het ronde den Leeuw, zooals hij voorkomt in het Rijkswapen, en op den rand in gouden letters „Je Maintiendrai". Aan de keerzijde op het ronde schild [een, met een gouden koninklijke kroon gedekte W en op den rand in gouden letters „God zij met ons". Voor de militairen treft men geen lauwerkrans aan, doch twee zilveren zwaarden met gouden gevest, schuin gekruist achter het schild. Het lint is oranje tusschen twee smalle strepen van Nassausch blauw; de kleuren gescheiden door een smalle witte streep. Men heeft als onderscheidingsteeken Voor Grootkruizeneen achthoekige zilveren sterhebbende in het midden het ronde schild met rand, waarop de Leeuw en de 154 n 5 de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1920 | | pagina 180