2. Groot-Officieren; 3. Commandeurs 4. Officieren; 5. Ridders. Gelijk in rang met de 2de klasse staan diegenen, wien de gouden medaille voor Kunst en Wetenschap is toegekend. Gelijk in rang met de 4de klasse staan diegenen, wien deze medaille in zilver is toegekend. Het versiersel is: een glimmend gouden kruis, gebiesd met rood email: in het midden van het kruis een mat-gouden hartschild, aan de voorzijde vertoonencie het wapen van Oranje in email, aan de keerzijde en relief een gekroonde W, tusschen de armen, in een doorloopenden dubbelen gouden ring, op wit email, in gouden letters: „Je Maintiendrai". De eeremedaille voor Kunst en Wetenschap in goud en zilver vertoont aan de voorzijde den beeldenaar, naar links gekeerd, van H. M. de Koningin, aan de keerzijde het wapenschild van Oranje, waarboven de spreuk: „Je Maintiendrai" en waaronder de woorden„Voor Kunst en Wetenschap". Men draagt de boven genoemde eereteekenen aan een oranje lint. De Grootkruizen dragen het versiersel der orde, hangende aan een gouden ring, aan een lint van 110 mM. breedte, over den rechterschouder op de linkerheup; bovendien dragen zij het ordeteeken op een zilveren achtpuntige ster, als plaque op de linkerzijde van de borst. De Groot-Officieren dragen het versiersel der orde als dat der Grootkruizen, aan een lint van 55 mM. breedte om den hals bovendien dragen zij het ordeteeken op een zilveren ruit als plaque ter linkerzijde van de borst. De Commandeurs als Groot-Officieren aan een lint van 55 mM. breedte om den hals. De Officieren dragen het versiersel der orde gelijk aan dat der hoogere klassen, doch een weinig kleiner, op de linkerzijde van de borst, iets lager dan de plaats, waar de plaque der Groot- 156

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1920 | | pagina 182