kruizen en Groot-Officieren gedragen wordt, aan een lint. De Ridders hebben het versiersel kleiner dan de Officieren; het wordt gedragen aan een lint van 37 mM. op de linkerzijde van de borst. De bezitters der eeremedaille voor Kunst en Wetenschap dragen deze aan een lint van 55 mM. breedte om den hals. Aan dames kan deze orde verleend worden, doch zonder aanduiding der klassehaar titel is„Eere-dame in de Huisorde van Oranje". Het versiersel voor haar is het kruis der orde, gelijk aan dat der Ridders, doch een weinig kleiner, gedragen aan een strik van het ordelint, ter breedte van 37 mM. op den linkerschouder. Bovendien bevat de orde nog diegenen, die door den Groot meester worden begiftigd met 1. Het gouden of zilveren kruis van verdienste, zijnde het Ridderkruis, geheel in glimmend metaal zonder email, met de spreuk„je Maintiendrai" op den grond van hetzelfde metaal, gedragen aan een lint als dat der Ridders. 2. De eei emedaille, ter middellijn van 30 mM., in mat goud, glimmend zilver of brons, vertoonende aan de voorzijde een hart- schild met het wapen van Oranje, waarboven „Je Maintiendrai" en waaronder twee gekruiste Oranjetakken aan de keerzijde een gekroonde W, waarboven de woorden „Voor Verdienste" en waaronder ter weerszijden eene kleine Oranjetak, gedragen aan een lint als dat der Ridderszoowel het gouden als zilveren kruis van verdienste, als de eeremedailles kunnen aan dames verleend worden. De draagwijze is als genoemd bij de eere dames der orde. De leden der vijf klassen, alsmede de bezitters der eeremedaille voor Kunst en Wetenschap, kunnen het lint der orde zonder versierselen dragen. 157

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1920 | | pagina 183