onbekende jonge dame dat verder de coupé nog leeg was en dat de gordijntjes weer opgetrokken waren. Omdat het warm, zeer warm was, vlotte natuurlijk het gesprek in den beginne slecht, maar langzamerhand, dat spreekt vanzelf, ging dat beter en was ik heelemaal vergeten, dat ik, dwaas die ik was, alleen had willen reizen. Op het eerstvolgende station durfde ik geen gordijntjes te laten zakken, maar gelukkig hadden de andere menschen het te warm om te reizen en gingen we met ons tweeën verder, nu in druk gesprek natuurlijk. Ik vergat zelfs te vragen (en dat zegt wat), wat het doel van de reis van mijne gezellin was, maar de trein stoomde lustig verder en ik naderde mijn doel verwon derlijk snel. Eindelijk was ik dan toch aan mijn einddoel gekomen en zoo waar, zeker omdat 't zoo warm was, stapte ook „zij" uit. Nu was mijn plan klaar. Maar och, het noodlot speelde met me, want „zij" werd gehaald (ondanks de warmte). Troosteloos stapte ik naar huis, en zei tegen allen, die 't maar hooren wilden, dat mijn examen op niets leek. En ik kreeg het hoe langer hoe warmer Den volgenden dag was 't weer warm. Maar in een bosch is 't meestal niet zoo erg als in een stad. Dus (dat spreekt vanzelf) ging ik naar het bosch, in de hoop, dat het er niet zoo warm zou zijn(l). En ik had gelijk, 't was er koel en 'k strekte me heerlijk uit op een bank, (zonder gordijntjes). En 'k telde en wachtte 164 s s__zs

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1920 | | pagina 190