Een Sproke.
Daar was eens een meisje. Een heel eenvoudig meisje.
Bij haar geboorte kreeg ze een heel grooten schat mee,
een Beeldje!
En toen ze nog jong was, begreep ze niet hoe groot
haar schat was.
Maar met de jaren groeide haar bewondering voor het
beeldje, het reine rustige beeldje, tot ze op een dag zich
er de grootheid en de schoonheid van bewust werd.
Een mooie, zonnige dag voelde zij het in zich. Het was
van haar, van haar alleen, haar schoone beeld, en geen
onreine menscbenhanden, geen profane blikken mochten
haar heiligen schat bezoedelen en ze begon er een tempel
voor te bouwen.
Op een verborgen plekje bouwde zij haar heiligdom,
een tempel waar niemand van wisten haar geheim ver
borg ze in haar hart.
De tempel verrees en ze legde den laatsten steen en toen
voelde zij het
Ze zou haar schat kunnen bewaren totdat op een
dag een mensch zou komen, die recht tot haar kwam en
zijn hand uitstrekken naar den sleutel van haar tempel.
„Geef mij uw sleutel, open uw tempel voor mij, uw
schat behoort mij!"
En ze zou gaan zonder aarzelen en haar beeld nemen,
haar heilige beeld, en het hem geven, met vreugde, een
juichkreet in het hart
„Neem mijn schat, maar laat hem niet verloren gaan.
170