Het is mijn grootste, mijn eenige bezit! Verliest gij hem, dan heeft het leven voor mij geen waarde meer!" Dit allemaal wist zij, maar ze zeide er nooit een woord van. Toch kwamen mannen uit verre landen, die wisten van den heiligen schat. En zij zochten en zochten, maar zelfs de weg naar den tempel was hun onbekend en treurig, zonder hoop, keerden zij van waar ze gekomen waren en de tempel bleef gesloten En het leven was druk en de tijd viel niet lang. 's Avonds als de dagtaak was gedaan, als de hemel heel hoog met sterren flonkerde, keek het meisje naar boven en dacht „Het is een droom, mijn tempel blijft voor eeuwig gesloten. De man, die den weg naar mijn schat zal vinden, is niet op deez aard. Mijn beeld is voor mij, mijn geheel leven en ik zal het bewaren, onbevlekt rein, onschuldig en grootsch, zooals het nu in mijn tempel staat. Nooit zal ik het geheim verraden!" En ze leefde en werkte en wachtte 171

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1920 | | pagina 197