Moede. Hoe ellendig Onbestendig In mijn vreugde, in mijn leed, In mijn lachen, in mijn lieven, In mijn spreken, in mijn brieven, In alles wat ik doe of deed. Hoe ellendig Onbestendig Is de kracht van mijne ziel, Stijgt soms tot de hemelingen, Daalt soms tot de kleinste dingen, Soms zoo ruw, dan weer subtiel. Hoe ellendig Onbestendig Smeult mijn zwakke levenslust, Soms laait het op, het nietig vuurtje, Het duurt een week, een dag, een uurtje, Dan is het alweer uitgebluscht. Hoe ellendig Onbestendig Zwerf ik langs den levensweg; Eiken dag een dage minder; Net zoo lang tot ik daar ginder Mij aan 't eind te rusten leg. v. E. d. G. 174

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1920 | | pagina 200