hem een meesterlijken kopstoot, zoodat beiden tegen den
grond sloegen en bewusteloos bleven liggen.
Charley en Chick staakten hierop het gevecht en toen
beiden de afzichtelijk toegetakelde gezichten van hun
meesters zagen, sloeg de schrik hun op een dusdanige
wijze om het hart, dat zij zonder afscheid van elkander te
nemen, den winkel uitgingen en ijlings het hazenpad kozen.
Den volgenden morgen kwamen Nick en Raffles ongeveer
gelijktijdig bij kennis. Ze lagen vlak naast elkander.
„Ik voel, dat ik ga sterven" prevelde de groote detective.
„Zoo is het ook met mij gesteld", zuchtte de gentleman-
inbreker. Nick stak John de hand toe en Raffles legde
de zijne hierin.
„Sans rancune" fluisterde Nick.
„Sans ran cune", herhaalde Raffles zacht.
Het was het afscheid van de twee groote tegenstanders.
Zij stierven beiden aan bloedverlies.
Texer.
183