S
Examenwanhoop.
Op de slaapzaal zag ik in zomernachtschemering mijn
kameraden in bed Ademhalen zuchtte door de zaal in
eentoonige cadans nu en dan even geronk, gesnork
en een uitroep.
Ik moest er uit, dien nachtEr was examen over
twee weken
„Simm, Simm fluister-riep ik.
Simm v/as half ingedommeldhij kon niet wakker
blijven zoolang, tot één uur. 's Avonds hadden we den
tijd bepaald waarop we „gaan zouden". Om één uur
Dan piepten ze zeker allemaal.
Simm draaide zich om, bromde iets over laten maffen
Toen gevloek, gemompel en stil weer, doodsche
stilte, die stiller nog werd, door ademgezucht.
Zacht liet ik me uit mijn bed glijden. Eerst de dekens
aan één kant losgemaakt, toen mijn voeten eruit, voor
zichtig op den grond en gedraaid tot ik op den kant
van mijn bed zat.
De gymnastiekschoenen stonden gereed Voorzichtig,
langzaam trok ik ze aan over mijn bloote voeten. Daar
overheen een paar sokkenVoor „voetsporen" hadden
we gezegd. Lord Lister
Zachtjes hief ik me op en keek rond. Alles mafte,
was in diepe rust. In den hoek, links, schemerde een
laken, wit tegen hoekdonkerte van schutting. „Een
klamboe, voor de muggen", flitste het begrijpend door
mijn hoofd.
Ha eindelijk stond ik Met mijn hand op de wasch-
tafel boog ik me voorover, was al bij het bed van Simm.
193
.Vn - I