S
S
Voorbij
Nu is het voorbij, dat mooie leven
Van zonlicht, van altijd blij zijn
In 't gemoed, vol stille vreugd van geven
En van nemen zonder pijn.
Het is voorbij, het zal niet keeren
Dat leven van oneindigheid,
Zooals ik nooit meer zal begeeren
Want één zoo'n leven duurt een tijd
Nu is 't voorbij, 'k zal nooit vergeten,
Maar zoet herinneren, met weemoed
Dien tijd van steeds gelukkig heeten,
Voorbij nu wel maar toch nog goed
Eté.
198