Dat zal mijn wraak zijn, de wraak van Aboe Naid, den
uitgestootene".
Hij zweeg en zijn gezicht stond nu weer als anders.
Jaidin was heel bleek geworden, toen hij hoorde, dat dit
Aboe Naid was, de leelijke dessagenoot van een jaar
geleden, vreezend voor de macht van Allah. Maar zijn
haat jegens den moordenaar van Marola overwon die
vrees en op den grijsaard toespringend, trok hij zijn kris
en wilde steken. Maar hij kon niet. Een onzichtbare
macht hield zijn arm tegen. Een eigenaardig, koud gevoel
doorvoer zijn leden. Hij voelde zich stijf worden, zijn
vingers lieten het wapen los en hij zag het met de punt
omlaag vallen op den grond, waar het staan bleef in de
aarde met het gevest omhoog. Toen zag hij weer de
felle schittering van Aboe Naid's oogen ze staken hem
als vlijmscherpe messenhij voelde dat zijn
krachten hem begaven en sloot de oogen. Even zag hij
het beeld van de schoone Marola voor zich oprijzen
even, héél vaag toen zag hij niets meer niets
dan somber, grijze nevel, en levenloos stortte hij ter
aarde
Texer.
203
s