Op 1 Mei trad liet oude bestuur af, waarmee enkele der
beste krachten van de vereeniging heen gingen.
Nog door de zorgen van het oude bestuur en de daarvoor
samengestelde regelingscommissie in het bijzonder, werd de
groote Roeidag voorbereid, welke op 30 Mei was gesteld.
Op dien dag was de C. R. V. de gastvrouw van haar
zusterverenigingen „die Leythe", „de Vliet", „de Hoop", en
„de Maas". Het verloop der wedstrijden was, dank zij de
uitstekende voorbereiding, vlot. Zeer zeker is de le prijs
stijlroeien voor mixed-vieren een groot succes voor van Boven.
Voorts behaalden van Dam in de „Piet" en Mollinger W., in
de „Miesje" le prijzen. Hulde aan de overige cadetten-roeiers
en tevens aan de Bredasche roeisters. Het vooravondje in
Hotel Duivelsbrug was zeer amusant. Na afloop der wed
strijden reikte de Heer de Vries-Feyens, die als Voorzitter van
den Ned. Roeibond den Roeidag bijwoonde, de prijzen uit.
Het diner in „de Schuur" zal bij ons niet licht in het ver
geetboek raken, evenmin als het slotavondje binnen Kilacad-
mons stevige muren. Wie herinnert zich niet den Indianen-
gang met vol fanfare door de gangen, lokalen, slaapzalen,
om Henricus heen naar de roeiloods, waar verlichte gondels
een aardig aspect boden?
30 Mei 1920 is voor de C. R. V. een onvergetelijke dag
en wel in de eerste plaats voor Schummelketel, die jaren lang
zijn beste krachten gegeven heeft aan de Vereeniging en wien
steeds het plan voor een Roeidag voor oogen zweefde. Men
noemde Schummelketel, bij zijn aftreden als Voorzitter, de ziel
van het „Oude Bestuur". Zijn voorbeeld zij ons een richtsnoer.
Het heeft ons een groot genoegen gedaan, de Overnaadsche
Vier naar hem te noemen „Nelly". Het is weliswaar zijn bij
naam, maar een naam, die tot ons spreekt.
Dat ons materieel, ondanks het vele gebruik, in zulk een
uitstekenden staat bleef, danken wij aan den onvermoeiden
ijver van wachtmeester Spijker, die het mogelijk maakte, alle
81