JAARVERSLAG
van het Cadettencorps der Cadettenschool
1919—1920.
Als we bezig zijn dit Corps-verslag te schrijven, ligt er
weer een jaar achter ons, een jaar, dat vele herinneringen
achter zich gelaten heeft. Met goeden moed van 't groot verlof
teruggekeerd zijnde, stond ons, Senaatsleden, de moeielijke
taak voor oogen, de toestanden op de C. S., die sedert de
vorige jaren vele veranderingen hadden ondergaan, geheel te
volmaken.
Dadelijk werd onze aandacht op de Cantine, onze huiska
mer, gevestigd. Ze moest een prettiger en intiemer aanzicht
geven, hetgeen aan de goede verstandhouding onderling steeds
ten goede zou komen.
Buiten ons bereik lag echter de totstandkoming van dit
streven, niettegenstaande Kapt. Janssen, onze adviseur, 't zijne
er toe bijgedragen had. De geldmiddelen stonden er niet
naar, temeer daar ons een batig saldo, 't grootsche bedrag van
f 0,55, was achtergelaten. Hier moesten we dus van afzien.
Wat het corps betreft, hebben we een goeden tijd meege
maakt, hetgeen we voor een groot deel te danken hebben aan
onzen genoemden adviseur, die ons steeds bij onze zoo moei
lijke taak ter zijde heeft gestaan.
14 Sept. herdacht den heer Verkuyl den dag, waarop hij voor
25 jaar aan de C. S. verbonden werd als leeraar. Helaas kon
de jubilaris niet lang meer zijn taak vervullen na dezen voor
hem zoo !gewichtigen dag. Na langen tijd afwezig te zijn ge
weest, volgde zijn eervol ontslag.
In October moest de Senaat het Corps op de gouden-jubi
leumfeesten v'd H. C. vertegenwoordigen, waardoor de goede
verstandhouding, die slechts tusschen de beide Corpsen bestaan
had, werd bevestigd. Den jeugdigen leeftijd der meesten in aan-
117