van het Cabinetje en Strijkje en, niet te vergeten, van den
cadet Haanebeek, die door den aanleg van de electrische
installatie in de uitvoeringszaal en den wintertuin, dezen een
aardig en gezellig aanzicht wist te geven.
Eenige dagen later vertrokken we met Paaschverlof en
na terugkomst kon niet meer aan fuiven gedacht worden, daar
we ons van nu af geheel aan de studie moesten geven.
Op 't gebied van sport heeft 't Cadettencorps zich van de
beste zijde laten zien, toen eenige athleten 't corps op de
Academie moesten vertegenwoordigen.
Al werden er niet veel prijzen behaald, toch blijven die
dagen voor ons een succes.
Kort hierop volgde een onderlinge athletiekdag, waaraan door
bijna iedereen werd deelgenomen, dank zij 't groote aantal
prijzen door den Majoor Boekholt en den Kapitein Janssen
voor deze wedstrijden beschikbaar gesteld. Dan volgden de
eigenoefeningstijd, 't examen, en eindelijk 't zoo vurig verlangde
groot verlof, dat ons rust zou brengen om dan weer met
goeden moed een nieuw leven te beginnen.
13 November '20. DE SENAAT.
119