Het versiersel is een wit geëmailleerd kruis met acht goud geparelde punten; op de armen van het kruis staan de woorden: „Voor moed, beleid, trouw." Over het kruis ligt het Bourgon disch kruis, bestaande uit groene laurierstokken, samengebonden door een vuurslag en op de keerzijde vervangen door een blauw geëmailleerd medaillon, waarop in het midden van een laurierkrans een W, alles gedekt door de gouden koninklijke kroon. Het lint is oranje met twee donkerblauwe smalle strepen. Het teeken van onderscheiding is: Voor de Grootkruizeneen zilveren ster, geborduurd op den rok, aan de linkerzijde, 't juweel van de orde aan een lint van vier vingers breedte, „en écharpe" van de rechter- naar de linkerzijde. Voor de Commandeurs: het ordeteeken, geborduurd op den rok, aan de linkerzijde, zonder ster, doch met de kroon en het juweel aan een lint van drie vingers breedte „en sautoir". Ridders 3e klasse: het ordeteeken aan een lint van twee vingers breedte aan het knoopsgat. (1) Ridders 4e klasse: een kleiner ordeteeken. Zij hebben de punten, vuurslag en kroon in zilver, het wordt gedragen aan een lint van één vinger breedte aan het knoopsgat. Krijgslieden te water en te land, beneden den rang van officier, genieten een riddersoldij, overeenkomstig de wet. De Orde van den Nederlandschen Leeuw. Ingesteld bij de wet van 29 September 1815; zij strekt ter vereerende onderscheiding' van alle Nederlanders, die bewijzen geven van beproefde vaderlandsliefde, bijzonderen ijver en trouw in het vervullen hunner burgerplichten of buitengewone be- (1) Het Kcminkliik besluit van 30 Mei 1913 zegt omtrent het bevestigen van de respectievelijke ordoteekenen aan do linten het navolgende 1. Op het lint wordt het ordeteeken gedragen door officieren; 2. Op of aan het lint (in 't eerste geval het lint een van 25 mM.) a, eereteekenen voor krijgsverrichtingen; medailles voor trouwen dienst van militairen beneden den rang van officier c. draagpenning tot belooning van menschlievend hulpbetoon en als blijk van erkentelijkheid voor het aanbieden van geschenken; <1. eereteekenen voor belangrijke diensten in of jegens de vereeniging het Nederlandsche Roode Kruis bewezen. 136

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1921 | | pagina 156