Ingesteld bij de wet van 4 April 1892. Zij strekt tot ver-
eerende onderscheiding van Nederlanders of vreemdelingen, die
zich jegens de Kroon, de Staat of de maatschappij op eene
bijzondere wijze hebben verdienstelijk gemaakt.
Men onderscheidt 5 klassen, benevens eene aan de orde ver
bonden eere-medaille.
De 5 klassen zijn
Ridders der 1ste klasse of Grootkruizen.
2de Groot-Officieren.
3de Commandeurs.
4de Officieren.
Het versiersel der orde bestaat uit een kruis met acht geparelde
punten en een doorloopende lauwerkrans tusschen de armen,
gedekt met de koninklijke kroonde eerste 4 klassen alles van
goud, de 5de van zilver. De armen van het kruis zijn wit ge-
emailieerd met blauw geëmailleerd hart. In het midden van het
hart bevindt zich een blauw geëmailleerd rond schild, omgeven
door een wit geëmailleerden rand, beide met goud omlijstaan
de zijde op het ronde schild den Leeuw, zooals hij voorkomt in het
Rijkswapen, en op den rand in gouden letters „Je Maintiendrai".
Aan de keerzijde op het ronde schild eene met gouden koninklijke
kroon gedekte W en op den rand in gouden letters„God zij
met ons".
Voor de militairen treft men geen lauwerkans aan, doch twee
zilveren- zwaarden met gouden gevest, schuin gekruist achter het
schild. Het lint is oranje tusschen twee smalle strepen van
Nassausch blauwde kleuren gescheiden door een smallen
witten streep.
Men heeft als onderscheidingsteeken
Voor Grootkruizen een achthoekige zilveren sterhebbende in
het midden het ronde schild met rand, waarop de Leeuw en de
woorden„Je Maintiendrai", te dragen op de linkerborst, en het
138
De Orde van Oranje-Nassau.
5de