ft ft Rendez-vous. Door de somber-sinistere straten, waar de winkels ge sloten waren, bijna geen lantarens meer brandden, ging Rubi naar de afgesproken plaats. De handen diep in z'n jaszakken, z'n kraag hoog óp, eenigszins voorovergebogen z'n jeugdige gestalte, liep hij langzaam door. Nog maar een half uur. Waarom was-ie ook zoo vroeg weggegaan Bij hen had hij toch rustig kunnen blijven zitten, zonder veel praten, naast het warme haardje. Maar dan weer kwam het verlangen haar te zien, haar stem te hooren, haar even in zijn armen te sluiten. Vreemd. Hij ging 't nu afmaken. Omdat anderen 't hem gezegd hadden. Omdat-ie zelf wel wist, dat Cora niets voor hem was hij hield toch niet van haar 't Was immers alleen het warme, mooie kind dat hem aantrok, om zich wild te laten kussen. Langs hem gingen weer de ijs- middagen, toen ze reden over de vaarten als de zon reeds aan 't zinken was in de verte. Als ze zich dan rusten liet in z'n arm en, toch goed voortrijdend, zich aan z'n borst drukte en zich als een klein kindje leiden liet. Aan zoovele avonden, dat ze samen geweest waren, heimelijk meestal, omdat haar ouders hen niet graag bij elkaar zagen, hem, Rubi met het mooi sensueele kind. Hij keek op z'n horloge tien minuten over halftien. Wakker uit z'n gedroom, keek hij even rond. Ellendige buurt hier. Sjofel en leelijk. Uit 'n openkierende deur pianola-gejank. Een troep jongens en meiden schoof langs hem: kwasi per ongeluk botste een tegen hem op. Rubi 153

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1921 | | pagina 173