S Aan Haar, die ik nog niet ken. P.S. Hoe nutteloos klopt mijn eenzaam hart, Want het is vrij van vreugden, Het is vrij van deugden, Het is vrij van smart. Mijn hart wist nooit wat liefde was. Mijn lange, jonge leven Is het klein gebleven En broos als glas. Mijn harte smacht naar liefdepijn; Het dorst naar wilde vreugd, Naar roes van jeugd Door liefdewijn. Kom gauw, jij, die het nemen zult. Ik zie je in gedachten. De dagen en de nachten Wacht het met ongeduld. Het vers is alweer klaar. 'k Ben twee-en-twintig jaar. Ik dacht dat ik een dichter was, Miskend in eigen land. Och, als ik maar wat lichter was, Begrijp je op de hand v. E. d. G. 181 s s

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1921 | | pagina 203