Episode.
Nachtvelddienst Milligen Oldebroek.
Flonkerende sterretjes aan een donkeren hemel.
Aan den kant van een grintweg vele grijze rustende
gestalten.
'tWas middernacht 12 uur.
't Gezelschap dommelde. Toch ergens nog beweging;
moeizaam kruipend, waarde iemand rond, o zoo stil, nu
en dan fluisterroepend:
„JaapJaap
Eindelijk, ja, daar lag hij, niet denkend meer aan vijand
of strijd.
„Toe, hou je poot op!"
En wat werd er op geladen
Een ruwstoer, zwart ijzeren blok
„Hier, je bent er leelijk bij, zeg; 't is te Milligen ge
vonden in de barak!"
En weg sloop hij, schuifelend, zooals hij gekomen was.
Jaap bezorgde het toch zoo nuttige voorwerp een
eerlijke begrafenis onder een heideplagge.
En stil doodstil was het, 's nachts 12 uur
186
s