Sf
S.
3
i.
Wanneer komt je brief, je brief van groote liefde-extaze
De dagen zijn vol van verlangen naar je.
Ultramarijn-blauw is de hemel, en oneindig zijn de
varianten van groen in de parke-boomen.
En in mij is het wachten op je woorden.
Ik ging uit om de brem te zien gloeien, maar de
horizon werd grauw, en de wind joeg het zand langs
de wegen. De verre bosschen stonden somber te
wachten.
Nog altijd zijn je woorden niet tot mij gekomen.
Steeds wacht ik op hun gulden stroom, die mij wil
loos zal meevoeren.
Nu is de avond gevallen. Boven de boome-schaduwen
trilt een enkele ster.
Ik wacht.
Wanneer komt je brief, je brief van groote liefde-extaze
196