JAARVERSLAG 1919 - 1020.
Een jaarverslag voor „Stikum"; ziedaar de schoone taak,
waarvan ik me zoo goed mogelijk zal kwijten.
Om den lezer alle illusies omtrent een verslag over buiten
gewone prestaties te ontnemen, wil ik beginnen met voorop
te stellen, dat de winterslaap van „Stikum" gebleken is vaster
te zijn dan ooit.
Enfin, laat ik trachten datgene te memoreeren, wat daarvoor
in de termen pleegt te vallen.
Alzoo De traditioneele verbroederingsfuif was voor sommige
jongstejaars een aanleiding om het „Stikum-tooneel" te be
stijgen. En God Bachus èn de verdere bijkomende omstandig
heden van dit feest, maakten het optreden tot een klinkend fiasco.
Enfin, de bedoeling was goed. „Stikum" wanhoopte. „Nu doen
we wat enneEnfin, een rehabilitatie volgde, toen „Ziek
gemeld" werd opgevoerd.
Door een vrij afwijkende dialoog, om dan nog niet te spreken
van het gouden kroontje van den „kolonel", werd een reuzen
succes behaald. Dit succes werd benut om nog tweemaal het
zelfde filmpje af te draaien en wel éénmaal in de Cavalerie-
kazerne en eenmaal in Concordia.
„Quo Vadis" hielp ons een handje en het zaakje liep op
rolletjes.
Nadat deze drie opvoeringen waren gegeven, was de fut er
uit en „Stikum" mafte weer.
Het Jaarverslag zou nu gevoeglijk beëindigd kunnen worden,
doch alvorens de pen van mij af te werpen, wilde ik nog
eerst onzen oud regisseur-secretaris-penningmeester-president,
den veelzijdigeri „Patji", hartelijk danken voor al datgene wat
hij voor „Stikum" heeft gedaan.
„Dessau"! Stikum zal je in eere houden!
Skeff.
71