wonnen werd. Dat was een strijd, die aan oude tijden her
innerde, een strijd in den werkelijken zin. „Had Velocitas
liet geheele seizoen maar zoo gespeeld," hoorde ik een en-
thousiast buitenstaander zeggen. Hoe het zij, Velocitas won
den beker, benevens de 11 zilveren medailles en N. A. C. was
voor de eerste maal in liet seizoen door een Zuidelijke ver-
eeniging geslagen. Zorgt dat de beker ook dit jaar op de
cantine blijft, blauw-witten, zorgt dat hij eigendom wordt
van het cadettenkorps, maar span je dan niet alleen tegen
X. A. C. tot het uiterste in, maar ook als er geen bekers te
behalen zijn, maar de eer alleen, en dat zegt veel, op het
spel staat. Ik vertrouw op jullie.
Het tweede elftal bracht liet er, de omstandigheden in
aanmerking genomen, beter af en hoewel er altijd bosjes
invallers voor het eerste en voor verlofgangers moesten zijn,
de wedstrijden werden altijd met de meeste opgewektheid
gespeeld en vol fanatisme. Dat een enkele keer te groote
onvolledigheid eens oorzaak was tot 50 nederlagen, was
geen reden om den moed te verliezen en aan 't einde van
't seizoen stond het dan ook No. 3 van 't lijstje, wat voor
een afdeeling van 7 clubs nu wel geen eereplaats is, maar
in verhouding tot het eerste elftal toch alleszins behoorlijk.
Daar het 2e al vroeg uitgespeeld was, konden nog al wat
vriendschappelijke wedstrijden gespeeld worden, waarvan
eentje waarbij eenige le elftallers hunne medewerking ver
leenden, zeker nog lang in 't geheugen zal blijven. Alle deel
nemers aan dien wedstrijd zullen Marius (de eenige en ori-
gineele Marius) dankbaar blijven voor zijn hartelijke ont
vangst en zijn onvergelijkelijk draaiorgel, dat door Ziska be
diend werd.
Het eerste speelde geen vriendschappelijke wedstrijden
meer; daarvoor was het te laat geworden. Alleen aan de
wedstrijden om den beker van den N. B. L. O. werd nog
85