J. A. VERKUYL.
Bij het portret van den Heer
Met ingang van 1 Januari 1892 werkzaam gesteld aan de
Koninklijke Militaire Academie te Breda, als leeraar in de
Nederlandsche Taal en Letterkunde en Geschiedenis, werd
reeds spoedig hierna de Heer Verkuyl op den löen Septem
ber 1894, een jaar na de oprichting van de Cadettenschool
te Alkmaar, als leeraar in de Nederlandsche Taal en Letter
kunde, de Staathuishoudkunde en Statistiek, overgeplaatst
naar deze militaire instelling, aan welke hij meer dan een
kwarteeuw verbonden bleef.
Het is mij buitengewoon aangenaam, aan dit kort over
zicht van den loopbaan van den Heer Verkuyl nog eenige
woorden te mogen toevoegen. Een aangename taak, mijnheer
Verkuyl, omdat ik mij daarbij herinner de zoovele prettige
uren, welke wij in Uw lessen genoten,
Slechts één jaar, 't cursusjaar 19181919, waart Gij in
ons midden, in welken korten tijd het U' echter gelukt is,
Uwe leerlingen volkomen voor U te winnen, zoowel in als
buiten de onderwij «aangelegenheden.
U wist ons.steeds in die uurtjes belangstelling in te boe
zemen en een beeld te geven van de ons toch nog zoo onbe
kende levenstoestanden. Zelf ondervonden en meegemaakte
gebeurtenissen haaldet Gij als voorbeeld aan, om er ons
een beter denkbeeld van te geven.
Als beschermheer van de „Cadetten Debatingclub" hebt
Gij Uwe belangstelling in ons corpsleven getoond. Tegenover
het goede, dat gij ons gegeven hebt, hebben wij slechts ons
vertrouwen kunnen stellen. Dat de band van vriendschap,
in den tijd dat wij op de C. S. vertoefden tusschen U en ons
gelegd, hecht was, blijkt wel uit de wijze waarop het Ca-
dettencorps met U meeleefde op den dag, den 16en Sep t em -
138