S Het duistere Ongeval. (Een episode uit het Leven, in termen van het Strafrecht). 't Was een duister ongeval.... De meneer was om gekomenMaar liet bericht in 't dagblad was niet heelemaal volledig, of lieverheelemaal niet vol ledigHet publiek vermeide er zich wonderwel inVele gevolgtrekkingen zou ik als „te vlug" willen qualificeeren, enkele zelfs als „onwaar". Desal niettemin projecteer ik er eenigeZoo gingen indien mijn aanteekeningen althans juist zijn door het stille stadje de volgende geruchten Eén luidde, dat de man, wieirijden-de, aangevallen was geworden door een hond, met de bekende funeste ge volgen. Een ander, dat dezelve, vlak vóór het ongeval, in drink- winkels uren had doorgebracht, hetgeen natuurlijk altijd verwerpelijk is, voor wielrijders in het bizonder. Minder kwaadaardige geleerden beweerden, dat het on geval zou zijn te wijten aan krioelende kinderen en andere objecten, die rumoerden op den weg. Méér gewild was het gerucht, dat 's mans vrouw, die in huis een domineerende rol vervulde, hem in dien haar (bekenden labielen toestand had uitge stuurd, ten einde, indien dezelve omkwam, zich mees ter te kunnen maken van de verzekering-gelden, welke het aanminnig kapitaal vormden van 20.000 gulden, hetgeen indien het gerucht waarheid zou blijken te bevatten, niet weinig minder dan verschrikkelijk zou zijn. LP C mr 181

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1922 | | pagina 211