"Lp m Van een middag. Mijn vrienden zijn heengegaan, in hun keurige kleeding, niet blijde gezichten, Naar de groote, drukke steden, Om daar, voor één diag, weer lust en liefde in leven te zien. Een groot geroezemoes was hun vertrek In groepen van twee en drie zijn ze de poort doorge gaanover de houten slotbrug Sommige alléén In al die gemoederen wist ik de volle verrukking over de Romende bevrediging hunner op-gestopte verlan gens, de vreugde, over alles wat zij zouden vinden gindsin de groote steden, waar vrouwen hen wachtten Veelal reeds op de volle perrons...... Of in de huizen, waarheen zij zonden hun vele brie ven Ook wel in de ruime cafe's, vol licht en muziek En in de doodsche stilte, die is op de wijde en breede zaal, voel ik de leegte in m'n eigen leven. P. J. M. 184 s

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1922 | | pagina 214