K S
Stad-in-Mist.
ld qj
m_ifb
Winterregen
Druilt mij tegen
In de straten, dood-verlaten
Avond-dampen
IJle klampen
Mist, die dalen, wijl ze dralen....
Huiver-nevels
Hullen gevels
In een kilte,koude stilte
Groote toren
Gaat verloren
In een kolk, van grauw gewolk....
Schamel-vrouwen.
Handen houwen
Dunne rokken, opgetrokken....
't Natte paard,
Domm'lend staart,
4 Ademt uit, met ronkgeluid
Oude grachten.
Vlak-stil wachten.
Naakte boom en, winter-droomen
Ruime pleinen
Lichten schijnen....
Scheeve schimmen... keien glimmen...
Winter-regen
Druilt mij tegen
In de stratendood-verlaten
189