ft ft ft ft zijn bloed hij strekte zijn armen uit, om haar tot zich te trekken. Hevig verschrikt vlood zij, zweefde over de weide, ritselde nog even in het bosdh, was verdwenen. Den volgenden dag danste Intrepida den elfendans niet mede op de weide. Stil en droevig zat zij ter neer en dacht over het ongelukkig wezen, dat zij gisteren leerde kennen: den inensch, die zoo groot kon zijn van ziel en toch geen meester was over zijn hartstochten. En zij weende tot haar elfenzusteren ophielden met dansen en vroegen wat haar scheelde. Maar Intrepida zeide het niet. S. S. r 196 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1922 | | pagina 226