Gestraft. D' avond donkert in stille straat, Stil zie ik voor me uit: Een minnend paar 'k hoor zacht gepraat En een bekend geluid. Ik zie de liefde in volle teugen, Gedronken door die twee; Hij lacht haar toe een lieve leugen En zij lacht met hern mee. Een lieve vage herinnering, Uit dit gezicht geboren, Rijst bij me op, terwijl 'k henen ging In eenzaamheid verloren. Schrijnend kwelt me 't dor bestaan, 'k Kan 't niet meer dragen. De tijd wil maar niet sneller gaan, Doch brengt steeds nieuwe plagen. 198 f

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1922 | | pagina 228