Gadet-korporaal 7 Juli 1901. Cadet-sergeant-titulair 24 Mei 1902. Cadet-sergeant 9 Juli 1902. Benoemd tot Tweede-Lui tenant der Infanterie Oost-Indië 23 Juli 1903. Geplaatst bij liet 18° Bataljon 3 Februari 1904. Bevorderd tot Eerste- Luitenant 18 Mei 1908. Overgeplaatst bij het le Garnizoens- Bataljon van Atjeh en Onderhoorigheden en benoemd tot Bataljons-Adjudant 15 Januari 1917. Bevorderd tot Kapitein met bepaling dat hij ook in zijn nieuwen rang in de betrek king van Adjudant zal blijven gehandhaafd 13 Maart 1917. Eervol ontheven als Bataljons-Adjudant en overgeplaatst bij het 2e Garnizoens-Bataljon van Atjeh en Onderhoorigheden 27 April 1917. Overgeplaatst bij het Korps Marechaussee 11 Juli .1918. Zwaar gewond bij een aanval van vijf kwaad willigen op het bivak te Koeta-Tjané (Alaslanden) 19 Sep tember 1919 des v.m. 8.30 uur en om 5.40 uur n.m. aan de bekomen wonden overleden. Bij de teraardebestelling heeft een studiegenoot, de Kapitein F. H. Gude, o.m. gezegd: Hier ligt een kameraad verslagen, wien de plicht, dien hij als soldaat te vervullen had, steeds na aan het harte lag; een man, die den plicht betrachtte met onkreukbare trouw, den eed gestand, dien hij eens met de hand aan het Oranjevaandel zwoer. Streng was hij voor zijn ondergeschikten, maar streng ook voor zichzelf. Eenvoudig en stil van aard, koos hij zich zijne enkele ware vrienden. Wars van liet zoeken naar populari teit, ging hij zijn weg, den weg, dien hem zijne hooge plichts opvatting als officier voorschreef. En op dien weg heeft hij den dood gevonden. In den morgen van den 19den September trachtten een vijftal Alassers, met verborgen wapens, het bivak Koeta- Tjané binnen te dringen. Toen zij door den schildwacht wer den aangehouden, ontstond een gevecht, op het gerucht waar van Kapitein Binnendijk, die zich op zijn kantoor bevond, 35

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1922 | | pagina 51