toesnelde, hoewel het administratiekader hem dit trachtte te beletten. Met de bloote hand kwam hij den schildwacht, die zich tegen zijn aanranders verdedigde, te lmip. Die daad bracht hem den dood. Hij ontving twee houwen over het hoofd en een slag, die over den rug diep in den schouder doordrong. Nog achtte hij zijn toestand niet ernstig. „Wat zal ik er uitzien, als ik weer beter ben," waren zijne woorden. Maar beter geworden is hij niet meer. Zware wondkoortsen strekten hem neer, en in den namiddag van den dag, waarop hij zijne wonden ontving, gaf hij den geest." Gr. V. H. 36

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1922 | | pagina 52