Wanneer men de beteeken is der instelling wil eeren,
zooals de gastheeren van lieden dat bedoelen te doen,
dan heeft men dus niet alleen rekening te houden met
liet verleden, met hetgeen volbracht is, maar dan heeft
men ook een plaats in te ruimen aan die uitdrukkelijk
vooropgezette bedoeling van opwekking der jongeren.
Op die uitdrukking „opgewektheid" wil ik bijzonderen
nadruk leggende opgewektheid is een der voornaamste
factoren van dapperheid, volharding en zelfverlooche
ning.
Ik weet niet of ik deze strekking reeds zoeken mag
in de oudste der in de geschiedenis bekende orden van
ridders, omtrent den jare 500 gesticht door Clovis I,
Koning der Franken. De naam dier orde zou doen den
ken dat, naast den vromen zin aan de instelling eigen,
eene ruime plaats aan opgewektheid was toegedacht zij
heette van sancta ampullaeof te wel van de heilige
flesch. Wat ik wel weet is, dat de deugd der opgewekt
heid door de ridderschap, welke de meest vermaarde in
de geschiedenis geworden is, die der Tempelieren, zoo
betracht is, dat zjfi in 't verkeerde uiterste oversloeg
aldus waarschuwende hoe ook in deze de overdaad
schaadt.
Goed begrepen ligt in opgewektheid de geheime
kracht tegen ontmoediging. Zoo is zij door de eeuwen
heen ook toegepast.
In Thebe, Athene, Sparta werd bij de openbare hul
diging van verdiensten voor groote opgewektheid ge
zorgd. Rome reikte zijne kronen van myrte-takken,
eikenbladeren of lauweren met feestvertoon uit. Men
bewaarde de zegeteekenen tot opwekking van omgeving
en nageslacht.
De stichter der M. W.. O. heeft iets dergelijks be
doeld. Het reglement der orde geeft niet alleen aan
71