doeli onze „Koest van Limburg" deed haar intrede met een eerste prijsje. Ook wilden we een poging wagen om den „Telegraafbeker" een jaar in ons bootenhuis huisvesting te verleenen. Maar dit mocht niet zoo zijn. Zoowel het feit, dat „Laga" onze meerdere was, als het verkeerd nemen van de Omval" door den stuurman, deed ons als 2e aankomen. Maai' daarom niet getreurd. Ik geloof', dat ik uit naam van alle race-roeiers spreek, als ik zeg, dat we tevreden waren met liet resultaat en een paar gezellige dagen hebben door gebracht in Amsterdam. En toch zijn we niet volmaakt tévreden, onze leus is immers ook: „Immer hooger zij ons streven". Werkte het weer dit jaar niet erg mee, ook de fuif roeiers zaten niet stil, want zoodra was het niet een Zomersche dag of de geheele vloot ging uit en menigeen, die te laat was om een boot van zijn klasse af te schrijven, kon onver- richterzake teruggaan. Daarom nogmaals, jonge en a.s. roeiers, geeft je eenige moeite in 't begin en maak van de gelegen heid gebruik om je te laten „afroeien", dan behoef je niet steeds in een 3e klasse boot of cano. Ook dit jaar hebben we weer een gezellige clubtocht ge houden, waarbij natuurlijk gezorgd was voor een groot deel vrouwelijke bemanning. Hulde aan „Tjet en Sjoof" met hun helpers, die weer zoo keurig voor muziek aan boord en later aan wal zorgden, zelfs op en tusschen de heide struikjes werd „igeshimmyd!" Jammer, dat de tijd zoo snel gaat, want ook hier kwam veel te spoedig het oogenblik om weer „huis toe" te gaan, waarbij nog even het bekende Eniertje werd aangedaan. Toch zal deze tocht bij ons in aangename herinnering blijven. Spoedig brak nu de tijd van eigen oefening aan, een voor bode van het examenspook. Vooral in dien tijd, bestaat er geen betere wijze om je moe gewerkte hérsénén ééns op te frisschen, dan dooi* even in een boot te stappen en je 84

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1923 | | pagina 104