Patrouille. N acht. Hooge, diepe starrenhemel waaronder wij verdwijnen. Niemandsland Kruipenbukken zwakke slem en witte kogel bevelen. Voort, voort nu snel en neer. Zwarte schimmen in angst-open gaten en misschien vijand. Koude sterren en verre metaalklanken. Voort, nu gokken met den Dood. Doffe vloek stil weer een tijd wachten 8—22. 147

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1923 | | pagina 175