in het glas. De ruit is schoongeveegd, alles is helderder om me heen. Ik voel een groot verlangen in me, om dien mensch te loeren kennen. 14 April. Er is iets nieuws in mijn leven gekomen. Nu is het schemer, maar mijn melancholie is weg. Ik voel, dat er een wonder te gebeuren staat. Ik zal probeeren alles kalm neer te schrijven. Toen ik een kwartier hier was, hoorde ik voetstappen, die naar boven kwamen, en daarna mijn leant uit. Ik verschool mij in een hoek, waar het donker is. Toen zag ik haar komen. Ze bleef een tijdje voor mijn tafel staan en keek om zich heen. Daarna zette ze het raam open, en ver wijderde de afgevallen blaadjes van mijn bloemen. In 't heldere licht zag ik haar duidelijk. Beneden heb ik haar 152

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1923 | | pagina 180