Mijn tafel is leeg, alleen zijn er nog mijn boeken. De bloemen zijn dood. Ze kwam zooials anders, met haar diepe, lieve stem, maar in haar oogen een vreemden glans. Ze ging dicht bij ine zitten en keek me lang, dringend aan. Ze speelde nerveus met een knoopje aan den hals van haar bloose, dat ze losmaakte en daarna weer dicht deed, haar hand beefde. Eindelijk heb ik mijn angst overwonnen. Ik voelde dat het liefde zijn moest en de behoefte van mijn hart. Ik ben naast haar gaan staan, en heb haar plotseling in mijn armen genomen en kuste haar brandend en vast op haar oogen en haar mond. 0, die kussen, die eerste kussen, ze waren vol geluk. Plotseling maakte ze zich uit m'n armen los, plaatste zich voor me, met haar handen op de heupen, en toen gebeurde hetik kan het niet neerschrijven bijna.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1923 | | pagina 185