Wedstrijden werden georganiseerd,
Om de jonkers te fanatiseeren,
Een IJsco, een Kwatta-en ©en Meco-reep
Mocht men op rijkskosten Verteren.
Zoo kwijnde 't arme Cadetten corps,
Temidden van kuilen en gaten,
En leerde daar, zooals 't ook moet,
Den oorlog vendoeken en haten.
Nu denken zij met weemoed terug,
Aan dat vermoeiende sjouwen
Met helm, bijl en pikhouweel
Enmet de Larensche vrouwen.
N. T.
162