Limericks. Er was eens een jeugdig cadet je, Die vrijde met schalksche Jetje. Hij kreeg de bons Men hoorde een plons Op 't water dreef 't platte petje. Een wachtmeester van de huzaren, Die wilde zich lamv'ren vergaren. Hij sprong op zijn paard, Greep wild naar zijn zwaard Kwam terug met een zitvlak vol blaren. Een hevig verliefde jonker Stond te wachten bij sterren geflonker. Daar zag hij Marian Maar een luit. d'r achteran Toen verdween hij zuchtend in 't donker. Een zeker vaandrig Dieffenbach Had steeds een schalkschen, glund'ren lach Niet bij 't studeeren Of exerceeren Doch slechts als hij een rokje zag. W. 174

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1923 | | pagina 202