G orpsve r gad ering
Much ado about nothing
Onvoldoende repetitie
La critique est aisée et l'art est difficile
In den pot:
Ich hah' gethan, was ich nicht lassen konnte
SchillerWilhelm Tell).
Op zeker iemand:
Sta op, neem Uw beddeken en wandel.
Matthëus 9: 6.)
Bij het aanhooren van de verhalen van iemand, die „légè-
rement émn" is.
„In den wijn is de waarheid".
Naar het Latijn
Op een jonker, die niet erg honkvast is:
„Mijn hertken heeft altijd ver lang hen".
VlaamsCh volksliedje
K aderoefening
Luit.: „Ja, we moeten roeien met 't land, dat we hebben."
Op „gearmd loopen".
„L'amour est enfant de Bohème
Qui n'a jamais oonnu de loi."
De moderne claque.
O. J. tot fent, voor de Yelocitas-wedstrijd:
„Je komt vanmiddag voor mij schreeuwen, als ik speel!"
187