geen het spelpeil ook niet ten goede kwam, en wel tegen N.A.O. uit en verloren we met 41, nadat de rust met 1—1 was ingegaan. De 2 volgende wedstrijden, respectievelijk tegen N.O.A.D. en Philips uit, verloren we met 21 en 31. Vooral de laatste was van groot belang, in verband met de bezetting van de laatste plaats. Toen we na de rust den wind mee kregen en de stand nog steeds 11 was, hadden we allen nog goede hoop; maar 2 uitvallen werden ons noodlottig en we verloren met 3—1. Die toestand werd zeer critiek en na rijp overleg1 besloten we officieren in het elftal op te nemen. De oogst was niet bijzonder groot en alleen de luitenant Mingele was tenslotte bereid en in de gelegenheid om mee te spelen. Een vrije Zondag tengevolge van de ijsperiode werd benut om een oefenwedstrijd tegen N.A.O. thuis te spelen. Het Velocitasveld bleek niettegenstaande de vorst buitengewoon goed bespeelbaar. Den wedstrijd verloren we met 42 wat lang geen slechte prestatie was. Da eerst volgende thuiswedstrijd tegen Willem II bracht ons weer een puntje binnen. In een van beide zijden goed gespeeld en wedstrijd werden de punten gedeeld (22) -en bracht deze strijd ons tevens den noodigen moed Ook tegen B.V.V. thuis speelden we gelijk' (33) hoewel het veld vrijwel onbespeelbaar was dooi: de gevallen sneeuw en de heerschende vorst. Den besten wedstrijd van 't seizoen speelden we tegen Willem II in Tilburg, waar we zeer onverdiend met 10 verloren. We hebben in dezen wedstrjd zooveel pech gehad, dat een 21 overwinning niemand verbaasd zou hebben. Maar, zooals reeds gezegd, Fori una hadden we niet op onze band en een keihard schot van van Dordt, dat tegen 2 palen ketste en zoo weer het veld in sprong, had zeker beter lot verdiend. HO

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1923 | | pagina 80