ons er niet vanaf zal houden te trachten de Cadetten- Leeszaal tot nog grooter bloei te brengen. Waarom zoo nu en dan 't wanordelijke gedrag in de leeszaal, waar .juist netheid ons 't aangename en prettige aanzicht kan geven? 't Nuttigen van eetwaren is dan als gevolg hiervan ver boden. Bedenk dit Cadetten dat in deze besloten ruimte, gelegd en vaster gemaakt moet worden de band van kameraadschap voor nu en voor later, in welke ruimte elk Cadet een nuttige en aangename afwisseling in 't Academieleven kan vinden, dat uit onze Leeszaal grodte intimiteit tot ons moet spreken, hetgeen 'wij dan alleen kunnen verkrijgen, door onze ordentelijkheid tot in 't uiterste toe door te voeren. Alvorens dit verslag te eindigen, willen wij onzen be schermheer, den lsten Luit. der Art. Fabius, onzen wellgie- meenden en oprechten dank betuigen voor hetgeen hij tot stand gebracht heeft tot bloei van onze Leeszaal. Thans is tot dien arbeid geroepen de Kapt. der Art. Koppen, die daar zijn we zeker van 't zijne er toe bijdragen zal, 't werk van zijn voorganger met evenveel liefde en toe wijding voort te zetten. De Secretaris. 64 I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1923 | | pagina 84