De onderlinge wedstrijden in Februari hadden als ge woonlijk een prettig verloop. Van Boven behaalde op ge oefend sabel den len prijs, terwijl op geoefend geweer Saraber zich als eerste wist te plaatsen. Breemouer kreeg een extra prijs voor den best geplaatste op geoefend sabel en geweer. Op de degenwed strijden plaatste Breemouer zich eerste, ge volgd door H. J. de Vries en Blekkingh. Van 48 April waren de wapen wedstrijden. Deze waren weer zeer geanimeerd. De Genie wist zich onbedreigd één te plaatsen, terwijl de Artillerie, Infanterie en Cavalerie zich respectievelijk plaatsten als, twee, drie en vier. De Genie-equipe bestond uit Linck, Gerharz, van Boven en Busch Geertsema. De Artillerie-officieren hadden een prijs uitgeloofd voor den best geplaatsten Artillerist. Deze wist Kluvers in de wacht te sleepen. Voor mijn verslag te eindigen breng ik nog een woord van hulde aan onzen onvermoeiden beschermheer, den le Lt. Koest van Limburg, welke weer vele zaken voor ons in orde maakte. Volgend jaar vieren we ons 25-jarig bestaan en ik hoop dat we dan kunnen zeggen ,,cle K. M. A. staat bovenaan". Dit kan alleen wanneer er serieus geoefend wordt. Vooral de jongere schermers moeten dit ter harte nemen. PIEKRE. 67

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1923 | | pagina 87