kigen waren de heeren: Jansen, Sjoers, Blanken, v. d. Berg,
Voorwinden, Wetzels, van Beveren en Lankkamp.
Een zestal gelukkigen van den Cursus vielen ook prijzen
ten deel.
Bij het einde van den wedstrijd werd „Willem Teil" door
onzen Voorzitter in een vlotten speech gehuldigd. Hij wees
op de aangename oefeningen, welke telken jare gehouden
werden sprak zijn dank uit aan den Beschermheer, Kapi
tein Legger, voor diens belangelooze en zoo uitstekende
leiding en sprak ook den leden een kort en hartelijk
woordje toe daarna gaf hij namens het bestuur en de
leden een fraai bouquet aan Mevrouw Legger, die daarna
den Voorzitter hartelijk dankte voor de verrassende hulde,
Daarop herdacht onze Beschermheer in een paar woorden
„Willem Tell's bestaan" en verzocht allen een driewerf
hoera aan te heffen voor de revolververeeniging.
Zóó eindigde zooals alle H, C.-vereenigingen de
oude schuttersvereeniging Teil, en thans geloof ik wel ge
noeg hierover gezegd te hebben. Echter één ding nog!
Hartelijken dank verdient een stille medewerker, de
Raedt, onze cantinemeester, die voor verfrisschingen en
rookerij zoo keurig op den dag der wedstrijden had gezorgd.
Dan wil ik eindigen, met mijn dank uit te spréken aan
mijn medebestuurslid, den heer Pols, die onvermoeid, steeds
voor de vereeniging in alle opzichten gezorgd heeft en in
't bijzonder onzen Beschermheer, die we-weten-'t-allen
altijd veel sympathie toonde voor „Willem Teil" en de
leiding van 't schieten op zich nam, toen we in 't begin van
't seizoen geen beschermheer konden vinden.
Hulde aan Willem Teil!
SEC.
146