kwam, hoc erger het werd. Zeer woelig water door het
drukke verkeer. De laatste 10 K.M. waren een ware
kwelling! Ik behoefde niet hard te trekken, de stroom
deed de helft. Maar telkens kreeg ik bijzonder gevoe
lige klappen, als een golf tegen het blad sloeg. Mijn
ruggegraat had heel wat te verduren. Ik kreeg een ge
voel, alsof die telkens doormidden gebroken werd, bij
iedere klap. Enfin, alweer een citroen opgepeuzeld
om den moed erin te houden. De flesch was reeds lang
leeg; de zon was ook bijzonder Oostersch.
Eindelijk arriveerde ik te Rotterdam. De Rotte was
me te Dordrecht als kortste weg aanbevolen. Dus
informeerde ik naar den ingang ervan en kwam zoo
doende bij de Vlasmarkt terecht. Opeens zag ik me
aan alle kanten ingesloten door kaden. Nergens was een
doorgang te vinden. Daar kwam waarachtig een.
schuit uit een muur te voorschijn gegleden. Rare ge
waarwording! Dat was me een openbaring. Onmiddel
lijk er naar toe „gepaddled" en toen ontdekte ik het
heele geheim. Er was in den muur een geweldig gat,
grootste hoogte ongeveer 2 M. en breed pl.m. 4 M.
De skiff er recht tegenover gestuurd en toen werd me
weer iets geopenbaard. Het gat was de ingang van een
geweldig langen tunnel. Heel in de verte was een licht-
plekje te zien. Time is money, dacht ik. Alzoo twee
fiksche slagen gedaan en met een vaart schoot de skiff
het gat in, onder enorme belangstelling van 't Rotter-
damsch publiek, dat op de kade toekeek. Een wee ge
voel kwam over me. 't Was er stikdonker en een
warme, kwalijkriekende atmosfeer bedwelmde me
haast in dit sinistere hol. De riemen had ik intusschen
187