Vertrek der laatste H. C-ers. 16 Augustus '23. [Op 't Kamper Station). Kleine huisjes staan te droomen langs den groenen IJselkant. In de schaduw van hooge boomen rusten ze vol chique" en „stand", 't Zonnetje staat lief te schijnen. Plots'ling slaat de toren één. Kampen ik moet heusch verdwijnen 'k Ga voorgoed nu van je heen. O, ontwaak toch, oude veste, Even maar, en hoor den klank Van mijn wein'ge weifel-woorden: 'k Stamel je nu heel den dank Van collega's en van vrinden. Allen dringen om me heen Om nog een coupé te vinden. Trein vertrekt! 't Is over één! Nu vaarwel dan, Kampen; stadje Dat ik zoo heb liefgehad. 't Is al zeven jaren dat je 'n Plaatsje in mijn hart bezat. Ja, soms schijnen w' ongevoelig, Maar nu zijn onz' stemmen schor Van een welgemeen-den heilwensch: Maak je groot: Excelsior! PIET 193

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1924 | | pagina 225