rb
„Maud!" snikte hij „Laat mij niet alleen!"
De nacht schoof stil zijne donkere wolken voort
eventjes gloeiden er kleine sterrelichtjes door heen;
en wijding lag in het late uur.
Rustig nog sluimerden de bloemen en dauwdroppels
kusten hen goeden nacht.
Aurora, in purpergewaad, kondigde haar komst aan;
een sterk rood vloeide langzaam over den oostelijken
hemel en in een schitterende warreling van helle vlam
men tongen gloeide het eerste morgengoud.
Zoo kwam de morgen en liet zachtkens en teeder in
den nieuwen dag zijne eerste zonnestralen glijden over
de gebogen gestalte van een jongen. maar gebro
ken man.
WINNETOU en OLD-SHATTERHAND.
197