De Laatste Macht. Alcoholisch Sonnet. Ik kan 't niet helpen, maar een dikke traan Rolt langs mijn aangelaat op 't beddelaken. Drie jaren lang heb ik hier school gegaan En mocht mezelf tot subalterne maken. 'k Heb nooit eens lust gehad om te gaan staken, Zooals dat in een ander vak soms gaat. 'k Dronk soms een borrel, die me nooit wou smaken: O'k ben een goed en eminent soldaat. Hier lig ik nu op mijn geliefd matrasje; Aan d'overkant snurkt weer een jongste jaar; Wat draait er nu, mijn bed of is t mijn kastje? 0 nee, herstelt! 't zijn mijn dekens maar. Aan 't voeteneind huppelt mijn korte jasje; Ik trek 't maar aan, dan ben 'k morgen vroeg gauw klaar. N. T. ft] 199

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1924 | | pagina 231